Er zijn diverse factoren die leiden tot een effectief gesprek met een medewerker met autisme.
1. Vertrouwen
2. Taalgebruik
Vertrouwen
Probeer te peilen of dit het juiste moment is om een gesprek aan te gaan. Denk dus goed na over de randvoorwaarden (situatie / moment van de dag, locatie, onderwerp). Voor mensen met autisme is vertrouwen of het gevoel in een veilige omgeving te zijn, belangrijk. Peil de situatie en snijd niet direct het onderwerp aan. Blijf rustig en vooral feitelijk. Een andere belangrijke vraag die je jezelf kunt stellen, afhankelijk van het onderwerp: ben ik de juiste / geschikte persoon om vertrouwen te winnen? Misschien moet ik iemand anders inschakelen?
Als je een belangrijke boodschap moet aankondigen - bijvoorbeeld een nieuwe functie - maak dan eerst een plan van aanpak. Tijdens het gesprek breng je de boodschap stap voor stap en geef je de medewerker tijd om de informatie te verwerken. Bedenk dat mensen met autisme in veel gevallen moeite hebben met vragen stellen. Althans: direct tijdens het gesprek.
Taalgebruik
Stel: als leidinggevende tref je een werkplek aan waar het een puinhoop is. Zeg dan niet: ‘het lijkt wel of hier een bom is ontploft’. Al is het gekscherend bedoeld, het leidt alleen maar tot onbegrip.
Jack Gulden, bedrijfsarts bij HumanCapitalCare hierover: "Let op je taalgebruik. Denk aan de 5 W’s: wie, wat waar, wanneer, waarom en hoe? Gebruik geen metaforen, zoals in het voorbeeld hierboven. Blijf feitelijk en bewaar de rust. Vraag niet: ‘hoe voel je je?’. Dat is een moeilijk te beantwoorden vraag voor iemand met autisme. Wat je wél kunt vragen is: ‘ik zie aan je dat je rood wordt. Klopt het dat je boos bent?’. Of: ‘ik merk dat je stem trilt. Zie ik het goed dat je verdrietig bent?’"
Voor meer tips of informatie: neem contact op met HumanCapitalCare.